Nationale faciliteringsprogramma’s

Niet-EU-burgers die vaak naar Europa reizen, hoeven dankzij nationale faciliteringsprogramma’s niet altijd grondig gecontroleerd te worden bij aankomst. Deze programma’s maken het makkelijker om de grens over te steken, omdat ambtenaren bij de paspoortcontrole bepaalde informatie al hebben. Zo kunnen zij al informatie hebben over eerdere bezoeken van een niet-EU-burger aan Europese landen die het zogenoemde inreis-uitreissysteem (Entry/Exit system, of EES) gebruiken en/of die de toegang weigeren.

Het gaat hierbij om een gunst: geen enkel Europees land dat het EES gebruikt, is verplicht deze mogelijkheden te bieden. De mogelijkheden worden ook per land bepaald: wat in het ene Europese land wordt aangeboden, hoeft in het andere niet te gelden, tenzij er een overeenkomst tussen de twee landen is.

Als u toegang heeft gekregen tot een nationaal faciliteringsprogramma, kan het zijn dat ambtenaren die de paspoorten controleren, de volgende zaken niet hoeven na te gaan:

• uw plaats van vertrek en bestemming
• het doel van uw geplande verblijf en bijbehorende bewijsstukken, indien nodig, en
• of u over voldoende bestaansmiddelen beschikt voor de duur en het doel van uw geplande verblijf, uw terugkeer naar het land van herkomst of de doorreis naar een derde land (dan wel of u zich in een positie bevindt om deze middelen wettig te krijgen).

Deze programma’s zijn niet van toepassing als u recht op vrij verkeer heeft op grond van het Unierecht. Volgens de relevante wetgeving (artikel 2, punt 5, van Verordening (EU) 2016/399) zijn personen die onder het EU-recht inzake vrij verkeer vallen:

• EU-burgers
• niet-EU-burgers die familielid zijn van een EU-burger die recht op vrij verkeer heeft, en
• niet-EU-burgers en hun familieleden die (op grond van overeenkomsten tussen de EU en haar lidstaten en niet-EU-landen) een gelijkwaardig recht op vrij verkeer hebben als burgers van de EU.

Voor wie zijn de faciliteringsprogramma’s bedoeld?

Om gebruik te kunnen maken van een nationaal faciliteringsprogramma moet u:

• voldoen aan de eisen voor het inreizen van het land waar u naartoe wilt
• een geldig reisdocument hebben en, indien van toepassing, een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning
• kunnen aantonen waarom u vaak moet reizen naar de Europese landen die het inreis-uitreissysteem gebruiken
• bewijs leveren van uw economische status in het land waar u woont, dat u uw visa op wettelijke manier gebruikt en dat u van plan bent om het Europese land in kwestie te verlaten vóór het einde van uw maximaal toegestane verblijf en
• aantonen dat u voldoende geld heeft (of dit wettig kunt verkrijgen) om de hele duur van uw voorgenomen verblijf in het betreffende Europese land te dekken.

U kunt achterhalen of u al dan niet in aanmerking komt voor een nationaal faciliteringsprogramma (dit wordt in een later stadium beschikbaar gesteld).

Duur

Als u aantoont dat u in aanmerking komt voor een nationaal faciliteringsprogramma, krijgt u daar maximaal één jaar toegang toe.

Verlenging is mogelijk, maar jaarlijks wordt opnieuw beoordeeld of u nog steeds in aanmerking komt. De verlenging is geldig:

• tot maximaal vijf jaar; of
• totdat uw reisdocument, visum voor meerdere inreizen, visum voor lang verblijf of verblijfsvergunning verstrijkt, als dat eerder is.

Intrekking

Als duidelijk wordt dat u niet meer voldoet aan de criteria, kan uw toegang tot het nationaal faciliteringsprogramma worden ingetrokken.

Overleg tussen Europese landen

Als een Europees land dat verantwoordelijk is voor het onderzoeken van uw aanvraag voor een nationaal faciliteringsprogramma twijfels heeft over de informatie die u heeft verstrekt, of over uw verklaringen of bewijsstukken, dan kan dat land andere Europese landen om informatie vragen voordat het een definitieve beslissing neemt.